In 1561 werd een tweede kolk aangelegd. De huidige vorm ontstond in 1824. Bij deze sluis werd een verdedigingswerk aangelegd, de Gildenborch, dat van 1374 tot 1482 regelmatig het doelwit van krijgsgeweld was. De Gildenborch lag op het huidige Raadhuisplein. De komst van de sluis zorgde voor veel activiteiten. Er vestigden zich kooplieden en neringdoenden in de onmiddellijke omgeving en zo ontstond langzamerhand Vreeswijk. In 1815 perste het Lekwater met grote kracht onder de vloer van de binnenste sluiskolk door. Uit onderzoek bleek, dat het sluizencomplex en de waterkering in zeer slechte toestand verkeerden en dringend herstel en renovatie behoefden. De sluis van de rivier zou tijdelijk moeten worden afgedamd. Het probleem was, dat de scheepvaart op Utrecht en Amsterdam echter wel doorgang moest hebben en in 1817 besloot men daarom tot de aanleg van een hulpschutsluis.