De polders Bolgerijen en Autena vallen vormen het grootste binnendijkse griendencomplex van Nederland. De afwisseling tussen grienden, hooi- en weilanden en populierenbossen maakt het gebied extra bijzonder.
Een griend is een wilgenplantage oftewel een groot wilgenhakhoutbos. De wilgen worden eens in de 3 á 4 jaar gekapt om de ‘tenen’ (takken) te oogsten. In de wintermaanden worden de takken laag bij de stam afgehakt, zodat er een klein stompje blijft staan. In het voorjaar groeien deze stompen weer uit. Grienden zijn niet alleen belangrijk vanwege hun natuurlijke waarden, maar ook vanuit cultuurhistorisch oogpunt. De buigzame takken van de grienden zijn in de afgelopen eeuwen voor diverse doeleinden gebruikt; voor manden, hekjes, verpakkingsmateriaal, hoepels van tonnen, bonenstaken, oeverbeschoeiing, maar ook voor het vlechten van matten ter versteviging van dijken. Deze natuurgebieden staan bekend als het grootste binnendijkse griendcomplex van ons land.